03.04.2023 · Short read

Short read over netaansluitingen delen

In praktijk bestaat er behoefte om het gebruik van netaansluitingen te delen. Met de opkomst van installaties voor het opslaan en converteren van elektriciteit, zoals batterijen en waterstoffabrieken, ligt het voor de hand dat deze behoefte alleen maar zal toenemen. Deze typen installaties lenen zich er namelijk technisch en commercieel gezien goed voor om voor wat een netaansluiting te delen met windparken en/of de zonneweides.

Juridisch gezien is het delen van netaansluitingen echter niet altijd mogelijk, en in de gevallen waarin het wel mogelijk is, dient men alert te zijn op de financierbaarheid van de gekozen oplossing.

In deze short read bespreken wij de zogenaamde cable pooling regeling (in samenhang met “MLOEA”) en zullen wij verder ingaan op een wetswijziging die in dit kader is gepubliceerd.

MLOEA en cable pooling

Op dit moment is het mogelijk om meerdere allocatiepunten te verkrijgen op één aansluiting indien twee installaties zijn gelegen op dezelfde onroerende zaak. Een allocatiepunt is nodig om zelfstandig met een eigen leverancier te kunnen contracteren voor afname en/of levering. Dit volgt uit de regeling voor Meerdere Leveranciers Op Een Aansluiting (MLOEA). Zo zullen een fabriek en een zonnestroominstallatie gelegen op één onroerende zaak onder de MLOEA-regeling beide een eigen allocatiepunt kunnen verkrijgen, waarbij één partij optreedt als primair aangeslotene en de andere partij als secundair aangeslotene.

Voor installaties die niet gelegen zijn op dezelfde onroerende zaak kon tot een aantal jaren geleden in beginsel geen gebruik worden gemaakt van genoemde MLOEA-regeling. Hier is verandering in gekomen voor windparken en zonneweides op land door de introductie van de zogenaamde “cable pooling regeling” in de Elektriciteitswet. De cable pooling regeling voorziet in een fictie die inhoudt dat windparken, zonneweides op land, of een combinatie daarvan, die zich in elkaars onmiddellijke nabijheid bevinden worden aangemerkt als één onroerende zaak. Dit betekent ook dat twee zonneweides die zich in elkaars onmiddellijke nabijheid bevinden gebruik kunnen maken van de MLOEA-regeling doordat zij in de Elektriciteitswet worden aangemerkt zich bevindende op één onroerende zaak. De term “onmiddellijke nabijheid” is in de Elektriciteitswet niet uitgewerkt, maar uit de parlementaire toelichting op de wetgeving waarin deze definitie voor het eerst werd geïntroduceerd blijkt dat de verwachting is dat de kosten voor de aanvragers die gemoeid zijn met het creëren van een gedeelde aansluiting de afbakening zullen zijn voor de term “onmiddellijke nabijheid”. Hieruit lijkt aldus te volgen dat indien het voor partijen economische gezien uit kan (dat zal met name zien op de kosten van het aanleggen van de kabeltracés), er sprake is van voldoende onmiddellijke nabijheid.

Installaties voor het opslaan of converteren van elektriciteit, zoals batterijen en waterstoffabrieken, kunnen op dit moment geen gebruik maken van de cable pooling regeling. Deze installaties zullen derhalve enkel een eigen allocatiepunt kunnen aanvragen onder de MLOEA-regeling indien en voor zover zij gelegen zijn op dezelfde onroerende zaak als de installatie waarmee zij de aansluiting wensen te delen. Als dat niet mogelijk is blijven deze installaties aangewezen op het aanvragen van een eigen netaansluiting.

Wetsvoorstel

Op dit moment is er echter wel een voorstel voor een wetswijziging van de Elektriciteitswet gepubliceerd die ervoor kan gaan zorgen dat de fictie van de cable pooling regeling tevens van toepassing wordt op installaties voor het opslaan en converteren van elektriciteit. Hierbij wordt onder installaties voor het opslaan en converteren van elektriciteit verstaan: installaties die overtollige elektriciteit opslaan of omzetten in een andere vorm van energie. Indien deze wetswijziging effectief wordt zal het derhalve mogelijk zijn voor bijvoorbeeld een waterstoffabriek om een aansluiting te delen met een windpark terwijl beide installaties niet op dezelfde onroerende zaak gelegen zijn, maar wel in elkaars onmiddellijke nabijheid. Het moet daarbij wel gaan om een situatie waarin ten minste één van de installaties een windpark of zonneweide is. Daarnaast worden in het wetsvoorstel afname-installaties (bijvoorbeeld een fabriek) niet expliciet benoemd als installaties die hiervan gebruik kunnen maken. Het is de vraag of het bezwaarlijk zou zijn om deze wel expliciet te noemen zodat ook een zonneweide of een windpark een aansluiting kan delen met een afname-installatie zoals een fabriek terwijl deze niet op dezelfde onroerende zaak zijn gelegen.

Genoemd wetsvoorstel is recent behandeld door de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van de Eerste Kamer. De commissie heeft een verslag uitgebracht met een aantal vragen waarvan de commissie de regering verzoekt om deze uiterlijk 7 april 2023 te beantwoorden. De regering is derhalve nu aan zet.

Contracteren

In de situaties waarin cable pooling en/of MLOEA wordt toegepast, is het van belang om aandacht te hebben voor welke van de betrokken partijen de aansluit- en transportovereenkomst houdt. Bij voorkeur zijn dat beide partijen zodat ieder een rechtstreekse contractuele relatie met de netbeheerder heeft. Ontbreekt die relatie dan kan dat tot resultaat hebben dat een partij (in praktijk meestal de secundair aangeslotene) afhankelijk is van het voortbestaan van de aansluit- en transportovereenkomst zonder daarop invloed te kunnen uitoefenen. Uiteraard bemoeilijkt dat de (project) financierbaarheid. Hiervoor zijn praktijkoplossingen ontwikkeld waarop door de netbeheerders wisselend wordt gereageerd. Het is daarom van belang om hierover in een vroeg stadium met de netbeheerder in overleg te treden zodat direct rekening gehouden kan worden met de voorkeuren van de betreffende netbeheerder. Naast de relatie met de netbeheerder is uiteraard ook de onderlinge verhouding tussen de partijen die de aansluiting delen van belang. Er zijn diverse onderwerpen waarover partijen onderling afspraken dienen te maken. Daar waar het gaat om het medegebruik van de locatie, en het onderwerpen zijn die een dulden of niet doen behelzen, dienen deze afspraken zoveel mogelijk in zakelijke rechten (erfdienstbaarheden of kwalitatieve verplichtingen) te worden verankerd om te bewerkstelligen dat deze afspraken van rechtswege overgaan op iedere rechtsopvolger en deze afspraken zoveel als mogelijk faillissementsbestendig zijn.

Wilt u meer weten over dit onderwerp dan helpen wij u graag verder.

 

Insights


20.06.2023 · Short read

Het familiestatuut

Read More

11.08.2022 · Short read

Bouwen op water

Read More

27.05.2022 · Short read

De notarisbrief

Read More

Contact

Quist Geuze Meijeren
Concertgebouwplein 29
1071 LM Amsterdam
The Netherlands

+31 20 765 2400


Google Maps